Is dit de overgang? Ik denk het.
Esther* staat midden in een leuk leven vol werk, vrijwilligerswerk, kinderen, vrienden en hobby’s. Op het moment van dit gesprek tikt ze over een paar dagen de 50 jaren aan. Dat getal deert haar niet, maar dat er iets verandert in haar lichaam is confronterend. De eerste tekenen van de overgang, in de vorm van stemmingswisselingen en nachtelijke warmte stuwingen, hebben zich aangediend. En dat valt niet mee. Zelfs niet voor een van nature positief ingesteld mens.
Dinsdag is de drukste dag. De wekker gaat om 5 uur en pas rond middernacht lig ik weer in bed. Het is een lange werkdag met een flinke reistijd. In de avond speel ik klarinet bij de plaatselijke muziekvereniging. Ik ben gewend om altijd door te gaan en alles te kunnen, maar merk dat er iets verandert. Ik denk dat ik in de beginfase van de overgang ben aanbeland. ’s Nachts voel ik golven van warmte opkomen en lig ik te zweten in bed. Dan gooi ik het dekbed eraf en na een minuut of tien pak ik het weer terug. Gelukkig slaap ik er niet minder door. Vervelender is het voor mijn partner die het helemaal niet zo warm heeft. Vanaf de maand oktober begint hij te opperen of we het winterdekbed kunnen gebruiken en ik stel dat moment het liefst zo lang mogelijk uit. Aparte dekbedden? Daar moet ik niets van weten. Zo ongezellig.
Ik kan niet verklaren waarom ik me soms zo rot voel. Misschien van de werkstress, maar er komt niet meer op mij af dan voorheen en daar kon ik altijd prima mee omgaan. Soms voel ik ineens zo’n depressieve neiging. Dan denk ik doe eens normaal! Dit melancholische gevoel heb ik nooit gehad. Ook niet in de pubertijd toen er ook hormonale veranderingen plaatsvonden. Ik vraag me soms af of ik depressief ga worden. Tijdens zo’n bui heb ik het gevoel dat ik bijna moet huilen. Ik weet niet waardoor of vanwaar het komt. Ik heb meer begrip gekregen voor mensen die het leven even niet meer zien zitten.
Het beangstigt me dat ik wat minder aankan en minder flexibel ben. Ik ben iemand die nooit nee zegt. En dat doe ik nog steeds niet. Om mezelf toch meer ruimte te geven, probeer ik in plaats van nee zeggen om meer tijd los te peuteren voor de dingen die ik moet doen. Zowel thuis als op het werk. Ook op het werk heeft de overgang zijn uitwerking niet gemist namelijk. Ik voel de druk vanuit de klant én de organisatie. Het is al jaren te druk omdat we een personeelstekort hebben. Ik wil kunnen waarmaken wat ik beloof, maar dat is soms moeilijk vanwege die drukte. Op zulke momenten schrik ik al als de telefoon gaat. Ik zou het eigenlijk moeten aankaarten. Maar we kunnen nou eenmaal niet genoeg nieuwe mensen krijgen en dus is er geen oplossing. Ja, dat vul ik al in voor de ander. Ik heb wel een stapje terug gedaan. Voorheen werkte ik doorlopend extra uren die ik nooit liet uitbetalen. Ik wilde mijn werk gewoon afkrijgen. Dat doe ik niet meer. Zo probeer ik mezelf in acht te nemen.
Mijn gewicht is altijd een kwestie geweest, maar nu is het minder makkelijk om even te lijnen. Die kilo’s gaan er niet zomaar af. Ook mijn gewrichten zijn minder soepel. ’s Ochtends loop ik als een oud vrouwtje door de slaapkamer. Een beetje rekken en strekken is een nieuw ritueel geworden. Dat fysieke aspect valt te accepteren, maar omgaan met negatieve gevoelens is moeilijker. Ik probeer ze te onderdrukken. Ik wil de persoon blijven die ik altijd ben geweest en niet veranderen in een saggerijnige, inflexibele vrouw. Aan mijn partner vertel ik dat ik me zo depressief voel af en toe. Gewoon, zodat hij het weet. Ik vraag hem en de kinderen of ze me erop willen wijzen als ik naar het chagrijnige neig. Dat doen ze en achteraf denk ik dan: je hebt gewoon gelijk. Met vriendinnen bespreek ik de overgang ook en dan is het een feest van herkenning. Gelukkig ben ik niet de enige, denk ik dan. Ik hoor van sommigen dat ze een ventilator met afstandsbediening hebben gekocht. Dan valt het bij mij nog wel mee.
Ik ben bang dat mijn relatie verandert door de overgang. Ik denk dat vrouwen eerder ouder zijn dan mannen. Daar komt bij dat mijn partner en ik anders in het leven staan. Hij is een fervent sporter en is altijd al meer gericht geweest op gezondheid en uiterlijk. Ik ben niet zoveel met mijn lichaam bezig en raak door de overgang nog verder achterop. Mijn kinderen vertel ik dat je van een knappe tafel niet kunt eten. Dat neemt niet weg dat ik me wel onzeker voel omdat ik niet meer aan een ideaalbeeld kan voldoen. Ik zou niet willen dat mijn partner ineens met een 25-jarige vrouw verder gaat. Dat spreek ik ook naar hem uit. Ik zoek wat vaker bevestiging. Staat dit leuk? Past dit me nog? Hij geeft altijd een eerlijk antwoord. Mijn gezondheid is belangrijk voor me, omdat ik graag samen actief wil kunnen blijven. Mijn partner stimuleert me ook om te blijven bewegen, want hij vindt het belangrijk om samen gezond oud te worden. Dus heb ik een racefiets gekocht om samen tochten te kunnen maken. Hij moet zich dan erg aanpassen aan mij, maar leuk is het wel.
* Om privacy redenen is Esther een gefingeerde naam. Haar echte naam is op de redactie bekend.